
Veilig op de piste
dinsdag 5 januari 2016Door de FIS (internationale ski federatie) zijn er 10 regels opgesteld om de veiligheid op de pistes te vergroten. Deze 10 regels zijn als het ware de verkeersregels op de piste. Een groot deel van de regels zijn terug te voeren op ‘gezond verstand', maar toch kan het geen kwaad deze regels goed door te lezen en te kennen. Bij een ongeluk op de piste waarbij een schuldvraag ontstaat (door bijvoorbeeld verzekeringen) zijn deze regels de grondslag voor de rechtspraak. De tien regels op een rijtje:
1 Rekening houden met anderenIedereen die zich op een skipiste begeeft moet zich zo gedragen, dat hij een ander niet in gevaar brengt of schade berokkent. Dit betekent dat je hoe dan ook rekening houdt met anderen. Zelfs al houden deze personen zich niet aan de 10 piste-regels.
2 Beheersen van snelheid en skistijl
Iedere skiër moet ten alle tijden op tijd kunnen stoppen of uitwijken. Hij moet zijn snelheid en wijze van skiën aanpassen aan zijn skivaardigheid, de conditie van de piste, de sneeuw- en weersomstandigheden, alsook aan de drukte op de piste. Laat je niet opjutten door beter skiënde partners. Ski niet harder dan je aan kan, en daal alleen pistes af die in je kunnen liggen. Te moe of een glaasje op: ook dan is skiën geen goed plan!
3 Keuze van het spoor
De van achter komende skiër moet zijn skispoor zo kiezen, dat hij skiërs voor zich niet in gevaar brengt. Iedereen die onder je skiet heeft voorrang. Ski niet vlak langs mensen, en houd rekening met iedereen. Kijk ver vooruit.
4 Inhalen
Op skipistes mag je aan alle kanten inhalen. Maar de skiër die je inhaalt mag op geen enkele manier gehinderd worden of in gevaar gebracht worden.
5 Invoegen
Iedere skiër die zich (weer) op een piste wil begeven of na een stop verder wil skiën, moet zich ervan vergewissen dat hij dit zonder gevaar voor hemzelf of voor anderen boven of onder hem kan doen. Kijk overal om je heen of je anderen niet tot last bent als je (opeens) weer verder skiet.
6 Stoppen op de piste
Iedere skiër moet vermijden om zich zonder noodzaak op smalle of onoverzichtelijke plaatsen op de piste op te houden. Wanneer je gevallene bent, maak dan zo snel mogelijk de plaats weer vrij. Mocht je iemand zien die op een onoverzichtelijke plek ernstig ten val is gekomen, waarschuw dan de skiërs die naar beneden komen. Maak een 'kruis' met twee ski's op de pistes en blijf bij de gevallen persoon.
7 Klimmen en lopen
Een skiër die klimt of te voet afdaalt, mag dit alleen aan de zijkant van de piste doen. Let op bij kruisingen en zorg ervoor dat je goed zichtbaar bent.
8 Letten op waarschuwingsborden
Iedere skiër dient de markeringen en de borden in acht te nemen. Ook opmerkingen van het veiligheidspersoneel moet direct in acht worden genomen. Het is (ook) voor je eigen veiligheid!
9 Verlenen van hulp
Bij een ongeval is iedereen verplicht hulp te verlenen. Zorg dat de reddingsdienst gewaarschuwd wordt, verleen eventueel eerste hulp. Zorg dat het slachtoffer de aanstormende skiërs het slachtoffer kunnen ontwijken.
10 Legitimatieplicht
Het is verplicht om te skiën met een geldig legitimatie bewijs!
Interbus is ook in geval van nood 24/7 bereikbaar: interbus noodnummers