Wintersportweetje: Wat is de sneeuwgrens?

‹‹ Terug naar overzicht

In het voor- en naseizoen, maar zeker ook in de winter, is de sneeuwgrens voor wintersporters een belangrijk begrip. De sneeuwgrens is de hoogte waarboven de neerslag als sneeuw valt. Deze bepaalt of het in een skigebied sneeuwt of dat je door regen moet skiën. De sneeuwgrens is essentieel voor de beleving van je wintersportvakantie.

Verschil tussen sneeuwgrens en nulgradengrens
Soms verwarren mensen de sneeuwgrens met de nulgradengrens; dat is het niveau waarboven het continu blijft vriezen. Beneden de nulgradengrens (ook wel vorstgrens genoemd) kan het ook sneeuwen. Meestal zelfs. De vlokken smelten namelijk niet meteen als het boven nul is. Vaak sneeuwt het tot zo'n 300 meter onder de nulgradengrens, en ligt de sneeuwgrens dus lager. Er kan zich zelfs een sneeuwdek vormen bij temperaturen boven het vriespunt. Als het maar hard genoeg sneeuwt en er meer vlokken vallen dan er wegsmelten.

Grens niet altijd makkelijk te bepalen
In de meeste gevallen ligt de sneeuwgrens over een groot gebied op ongeveer hetzelfde niveau. Soms verschilt de hoogte echter per dal. Dat zie je vooral bij een warmtefront en weinig wind als de zachte lucht niet tot in alle (smallere) dalen doordringt. Sneeuwt het heel hard dan kan de sneeuwgrens door zogenaamde neerslagafkoeling zelfs dalen. Om sneeuwvlokken te laten smelten is namelijk energie nodig die in de vorm van warmte wordt onttrokken aan de lucht. Hierdoor daalt de sneeuwgrens. In extreme gevallen kan het hierdoor 1000 meter lager sneeuwen dan je op grond van de luchtsoort zou verwachten.
Soms is een sneeuwgrens haarscherp. Tien meter hoogteverschil kan het verschil betekenen tussen een groene weide en een witte wereld. Je ziet dit vaker als het hard sneeuwt maar het niet zo koud is. Hoe hoger je komt, hoe meer sneeuw er valt. Dit kan betekenen dat het dal groen is (en blijft), er op 1500 meter 30 centimeter valt en op 2000 meter meer dan een halve meter.
Als dit 's winters een paar keer gebeurt kun je je voorstellen dat het verschil tussen berg en dal gigantisch wordt. Daarbij speelt ook de ondergrond een rol. Ligt er al sneeuw dan blijft nieuwe sneeuw beter liggen. Houd er verder rekening mee dat verse sneeuw onder de nulgradengrens veel natter en zwaarder is. Voor poeder moet je dus hogerop!

Bron: Wintersporters.nl